

Het ontwerp van het brandbeveiligingssysteem in cleanrooms moet rekening houden met de eisen van schone omgevingen en brandveiligheidsvoorschriften. Speciale aandacht moet worden besteed aan het voorkomen van vervuiling en het vermijden van luchtstroomverstoring, terwijl tegelijkertijd een snelle en effectieve brandbestrijding wordt gegarandeerd.
1. Selectie van brandsystemen
Gasbrandsystemen
HFC-227ea: veelgebruikt, niet-geleidend, residuvrij, geschikt voor elektronische apparatuur, maar er moet rekening worden gehouden met luchtdichtheid (stofvrije cleanrooms zijn doorgaans goed afgesloten).
IG-541 (inert gas): milieuvriendelijk en niet-giftig, maar vereist een grotere opslagruimte.
CO₂-systeem: voorzichtig gebruiken, kan schadelijk zijn voor het personeel en is alleen geschikt voor onbeheerde ruimtes.
Toepasbare scenario's: elektrische ruimten, ruimtes met precisie-instrumenten, datacenters en andere ruimtes die gevoelig zijn voor water en vervuiling.
Automatisch watersproeisysteem
Pre-action sprinklersysteem: de leiding wordt normaal gesproken gevuld met gas. In geval van brand wordt het gas eerst afgevoerd en vervolgens gevuld met water om onbedoeld sproeien en vervuiling te voorkomen (aanbevolen voor cleanrooms).
Vermijd het gebruik van natte systemen: de leiding staat gedurende lange tijd onder water en het risico op lekkage is dan groot.
Keuze van de sproeiers: materiaal van roestvrij staal, stofdicht en corrosiebestendig, afgedicht en beschermd na installatie.
Hogedrukwatermistsysteem
Waterbesparend en met een hoge blusefficiëntie kunnen rook en stof plaatselijk worden verminderd, maar de impact op de netheid moet nog worden geverifieerd.
Configuratie van brandblussers
Draagbaar: CO₂- of droogpoederblusser (geplaatst in een sluisruimte of gang om directe toegang tot de schone ruimte te voorkomen).
Ingebouwde brandblusserkast: verminder de uitstekende structuur om stofophoping te voorkomen.
2. Ontwerp voor aanpassing aan een stofvrije omgeving
Afdichting van pijpleidingen en apparatuur
Brandwerende leidingen moeten bij de muur worden afgedicht met epoxyhars of roestvrijstalen hulzen om lekkage van deeltjes te voorkomen.
Na de installatie moeten sprinklers, rookmelders en dergelijke tijdelijk worden beschermd met stofhoezen en vóór de productie worden verwijderd.
Materialen en oppervlaktebehandeling
Er wordt gekozen voor buizen van roestvrij staal of gegalvaniseerd staal, met gladde en eenvoudig te reinigen oppervlakken om stofvorming te voorkomen.
Kleppen, dozen en dergelijke moeten gemaakt zijn van corrosiebestendig en niet-afstotend materiaal.
Compatibiliteit van de luchtstroomorganisatie
Plaats rookmelders en rookmondstukken zo dicht mogelijk bij een HEPA-box, om te voorkomen dat de luchtstroom in balans raakt.
Er moet een afzuigventilatieplan aanwezig zijn nadat het blusmiddel is vrijgelaten, om gasstagnatie te voorkomen.
3. Brandalarmsysteem
Detectortype
Aspiratierookmelder (ASD): Deze melder bemonstert de lucht in leidingen, heeft een hoge gevoeligheid en is geschikt voor omgevingen met een hoge luchtstroom.
Puntvormige rook-/hittemelder: Voor cleanrooms is het noodzakelijk een speciaal model te selecteren dat stofdicht en antistatisch is.
Vlamdetector: Geschikt voor ruimtes met brandbare vloeistoffen of gassen (zoals chemische opslagruimtes).
Alarmkoppeling
Het brandsignaal moet gekoppeld worden aan het uitschakelen van het verseluchtsysteem (om rookverspreiding te voorkomen), maar de rookafvoerfunctie moet behouden blijven.
Voordat het brandblussysteem wordt gestart, moet de brandklep automatisch worden gesloten om de blusconcentratie te garanderen.
4. Rookafvoer en rookpreventie en uitlaatontwerp
Mechanisch rookafvoersysteem
De locatie van de rookafvoerpoort moet de kern van het schone gebied vermijden om vervuiling te beperken.
Het rookafvoerkanaal moet voorzien zijn van een brandklep (gesmolten en gesloten bij 70℃) en het isolatiemateriaal van de buitenmuur mag geen stof produceren.
Positieve drukregeling
Wanneer u een brand wilt blussen, moet u de luchttoevoer afsluiten, maar een lichte overdruk in de bufferruimte handhaven om te voorkomen dat verontreinigende stoffen van buitenaf binnendringen.
5. Specificaties en acceptatie
Belangrijkste normen
Chinese specificaties: GB 50073 "Specificaties voor cleanroomontwerp", GB 50016 "Specificaties voor brandbeveiliging bij gebouwontwerp", GB 50222 "Specificaties voor brandbeveiliging bij binnenhuisdecoratie van gebouwen".
Internationale referenties: NFPA 75 (Bescherming van elektronische apparatuur), ISO 14644 (Cleanroom-norm).
Acceptatiepunten
Concentratietest voor brandblusmiddelen (zoals heptafluorpropaan-sproeitest).
Lektest (om de afdichting van pijpleidingen/omhulselconstructies te garanderen).
Test van de verbindingen (alarm, uitschakelen van de airconditioning, starten van de rookafvoer, enz.).
6. Voorzorgsmaatregelen voor speciale scenario's
Biologische cleanroom: vermijd het gebruik van brandblusmiddelen die biologische apparatuur kunnen aantasten (zoals bepaalde droge poeders).
Elektronische cleanroom: geef prioriteit aan niet-geleidende brandblussystemen om elektrostatische schade te voorkomen.
Explosieveilig gebied: selecteer explosieveilige detectoren in combinatie met een explosieveilig ontwerp voor elektrische apparaten.
Samenvatting en suggesties
Brandbeveiliging in cleanrooms vereist "effectieve brandblussing + minimale vervuiling". Aanbevolen combinatie:
Kernuitrusting: HFC-227ea gasbrandblusser + aspiratierookdetectie.
Algemene ruimte: pre-action sprinkler + puntrookmelder.
Gang/uitgang: brandblusser + mechanische rookafzuiging.
Tijdens de bouwfase is nauwe samenwerking met HVAC- en decoratieprofessionals vereist om een naadloze aansluiting te garanderen tussen brandbeveiligingsvoorzieningen en schone eisen.
Plaatsingstijd: 16-07-2025